God der goden. (engelen) Deel 6.
- Matt.24 in het licht van deze studie.
- De oprichting van de gruwel der verwoesting.
- Het beeld krijgt een geest.
- Het belang van Egypte.
- De dagen van Noach.
- Einde.
Matt.24 in het licht van deze studie.
In de eerste studie heb ik gezegd dat er
tussen de genoemde “Daniël den profeet” en “de dagen van Noach” uit
Matt.24 een connectie zit. Van deel 1 tot en met deel 5 heb ik
redelijk uitgebreid de oudtestamentische tijd met u doorgenomen,
voor wat betreft de goden. Ik ben begonnen met de dagen van Noach in
deel 1 en eindigde in deel 5 met de profeet Daniël.
Waarom heb ik 5 studies gebruikt voor deze
connectie? Het is heel belangrijk om onze beeldvorming van het O.T.
af te stemmen op de Bijbel. Ik heb u laten zien dat, wanneer de
Bijbel spreekt over goden, het lang niet altijd gefabriceerde
afgodsbeelden hoeft te betekenen, maar ook gewoon engelen kan
betekenen.
Voor de zondvloed in Noach’s dagen leefden er
goden op aarde en ook daarna. Ik heb u zelfs laten zien dat satan
zijn strategie na de zondvloed aanpaste, om de Here God zoveel
mogelijk tegenstand te kunnen bieden.
Nu wil ik met u gaan naar de eindtijd, de
“rede der laatste dingen”.
-
Matt.24:15 Wanneer gij dan zult zien den gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël, den profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!)
Als eerste zou je naar Daniël 9 moeten gaan.
Dat is namelijk de plaats waar in eerste instantie naar verwezen
wordt. Maar zeker zou u ook gewoon héél Daniël moeten lezen en dan
zeker de Schriftplaatsen in Daniël waar gesproken wordt over andere
beelden die opgericht worden. En dan is de belangrijkste daarvan:
Daniël 3.
Want zoals in Daniël 3:6 beschreven wordt dat
men gedood wordt als men het beeld niet aanbidt, zo zal in de
toekomst een beeld worden opgericht, staande in de heilige plaats.
En wie het vertikt om dat beeld te aanbidden, zal ook gedood worden,
zegt Opb.13:15.
Terug naar begin
De oprichting van de gruwel der verwoesting.
Het beeld dat in Matt.24:15 en in Opb.13
wordt opgericht, is de weergave van het eerste beest, namelijk die
uit de zee. Dit beest stelt de werkelijke macht voor, dat schuil
gaat achter alle zeven wereldrijken. En op de laatste kop zitten dus
ook de 10 kronen. Dat beeld wordt op initiatief van het tweede beest
gemaakt. En het tweede beest is de geopenbaarde satan, de
antichrist.
Maar het eerste beest (uit de zee) is ook
satan. Satan is namelijk de grote macht achter de 7 wereldrijken.
Wij zijn wellicht geneigd om maar een deel van het eerste beest te
zien. Namelijk die zevende kop met tien horens, maar het eerste
beest, heeft één lichaam en daaraan zitten zeven koppen vast. Dat is
vergelijkbaar met het beeld uit Daniël 2. Dat is één beeld,
bestaande uit 5 verschillende lagen. Dat beeld is de weergave van de
koning van Babel (“gij zijt dat gouden hoofd”) en de koning van
Babel is volgens Jes.14 de gevallen morgenster, satan zelf dus.
Je kunt het ook breder nemen. Beest 1 is de
weergave van het rijk, waar Babel de hoofdstad van zal zijn. Beest 2
is de uiteindelijke koning van dat rijk.
Dus als het 2de beest een beeld
maakt van het eerste beest, hoe ziet dat beeld er dan uit? Waar is
het dan een weergave van? Het is de weergave van geestelijke macht
achter alle zeven wereldrijken. En hoe ziet een geestelijke macht of
kracht der dwaling (2Thess.2:11) eruit? Hij ziet er uit als satan.
Als een engel. Of moet ik zeggen… “een Molech”!
Daarom noemt de Daniël het de gruwel vleugel.
Vleugel slaat op bescherming van boven of geestelijk bescherming. En
de gruwel is én het beeld én de aanbidding van het beeld. Elders heb
ik gezegd dat een beeld van een r.k. bescherm heilige een gruwelijke
vleugel is.
Terug naar begin
Het beeld krijgt een geest.
-
Opb.13:15 En hetzelve werd macht gegeven om het beeld van het beest een geest te geven, opdat het beeld van het beest ook zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest niet zouden aanbidden, gedood zouden worden.
Het beeld dat wordt opgericht in de 70ste
week, wordt “levend” gemaakt. Dat is de idee van het geven van een
geest aan het beeld. Andersom is het voor ons veel duidelijker. In
het Nederlands spreken we over “de geest geven”. Dat wil zeggen dat
iemand is gestorven. Dit beeld daarentegen heeft zelf geen geest, is
dus dood en krijgt daarom een geest. En wat doen levende stenen in
de Bijbel?
-
Luk.19:40 En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Ik zeg ulieden, dat, zo deze zwijgen, de stenen haast roepen zullen.
-
1Pet 2:4 Tot Welken komende, als tot een levenden Steen, van de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en dierbaar; 5 Zo wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus.
Levende stenen komen in de Bijbel alleen
positief voor. Het heeft direct te maken met Jezus Christus en Zijn
Lichaam, namelijk u en ik, de Gemeente. In de periode na de Opname
van de Gemeente is de antichrist op aarde. Hij zal zich presenteren
als de enige echte Christus. Dat doet de antichrist nu eenmaal.
Als we ons de vorige vijf studies voor de
geest halen (leuke woordspeling in dit geval), dan weten we toch
welke catastrofale invloed zondige engelen op mensen hebben. Dat is
het hele O.T. ons gedemonstreerd. Nu ik het beeld van het beest in
Bijbels perspectief plaats, lijkt het me erger toe dat alle zondige
engelen op aarde zijn geopenbaard, dan dat er één pratend
afgodsbeeld is opgericht.
Dit afgodsbeeld dat opgericht wordt, is dan
ook in Matt.24 door de Heer gebruikt als wegwijzer in de profetische
chronologie. Hoe de Heer over het beeld denkt, is duidelijk. Het is
een gruwel! Maar als je dat ziet opgericht worden…
-
Matt.24:21 Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal.
Wat ging er dus vooraf aan de grote
verdrukking toen alle zondige engelen geopenbaard waren en onder de
mensen liepen? Het tegenovergestelde van de grote verdrukking!
Want het beest doet grote tekenen en het
verleidt degenen die op de aarde wonen (Opb.13:13,14). Even
tussendoor: heeft u zich ooit afgevraagd waarom “de mensen” en “op
de aarde (6x)” in Openbaring 13 zo vaak gebruikt worden? Mensen
wonen toch op de aarde! Omdat in dezelfde tijd zal blijken dat er
ook andere wezens zijn dan mensen en dat er een andere leefomgeving
is dan de aarde! Daarom staat het daar zo. Vergelijk ook eens
Opb.12:12.
Even terug naar Matt.24. Dat stuk spreekt
over “uw volk en uw heilige stad” uit Dan.9:24. De 42 maanden die
vooraf zijn gegaan aan de oprichting van het beeld, waren qua
uiterlijk vertoon het tegenovergestelde van de grote verdrukking.
Dat komt volgens de Bijbel omdat “de heilige stad”, zeg voor het
gemak “daar waar de regering zetelt”, een verbond heeft gesloten met
de vorst van een volk dat in de toekomst komen zou (Dan.9:26).
Ook spreekt de Bijbel over dit verbond als:
·
Een verbond met de dood.
·
Een voorzichtig verdrag met de hel.
·
(Jes.28:15,18)
De reden dat Jeruzalem dit verbond is
aangegaan, noemt de Heer ook, want men is in Judea bang voor de
“overvloeiende gesel”. Dat is in de eerste plaats de Heer Jehova,
Christus Jezus Zelf. In de tweede plaats is dat het werk dat Hij
doet. De Heer zegt daar Zelf van, in dit stuk, dat het vreemd zal
zijn!
- Jes.28:21 Want de Heere zal Zich opmaken, gelijk op den berg Perazim, Hij zal beroerd zijn, gelijk in het dal van Gibeon, om Zijn werk te doen, Zijn werk zal vreemd zijn; en om Zijn daad te doen, Zijn daad zal vreemd zijn!
Terug naar begin
Het belang van Egypte.
De gruwel der verwoesting is de uitbeelding
van het eerste beest, namelijk die uit de zee. Dit beest in
Openbaring 13 is de voorstelling van alle zeven wereldrijken waar
satan geestelijk inspirator en machthebber van was.
·
Kop.1.
Het Egyptische wereldrijk. (met geopenbaarde goden)
·
Kop.2.
Het Assyrische wereldrijk. (met geopenbaarde goden)
·
Kop.3.
Het Babylonische wereldrijk. (met geopenbaarde goden)
·
Kop.4.
Het Medo-Perzische wereldrijk. (met afgodsbeelden)
·
Kop.5.
Het Griekse wereldrijk. (met afgodsbeelden)
·
Kop.6.
Het Romeinse wereldrijk. (met afgodsbeelden)
·
Kop.7.
Het antichristelijk wereldrijk. Of 10 statenbond. (met
geopenbaarde goden en met afgodsbeelden)
Nadat we in Genesis hebben gelezen over de
zondvloed, wordt de draad opgenomen, met betrekking tot Gods
Verlossingsplan, in Genesis 12 met Abram. Het overgrote deel van
Genesis spreekt over de dagen van Abram, later Abraham. Maar al in
het tiende vers van Genesis 12 vertrekt Abram al naar Egypte.
Ik vermoed dat direct na de zondvloed satan
is begonnen aan het bouwen van zijn wereldrijk op aarde. Beginnend
bij Egypte, omdat Egypte in de Bijbel een uitbeelding is van de oude
wereld, die eertijds vergaan is. De plaats waar de engelen eertijds
hebben gewoond en zijn gestorven en nu met band in de hel zijn
geketend. Daarom is de vlucht van kindeke Jezus (met ouders) naar
Egypte uitbeelding van de dood, waarna Hij later als Man weer terug
zou keren. En dat is dan de uitbeelding van Zijn Wedergeboorte,
namelijk Zijn Opstanding uit de dood.
Egypte bestaat vandaag de dag nog steeds.
Zelfs de naam. Dat is best bijzonder te noemen. En met Egyptische
symboliek worden we zelfs vandaag de dag mee overspoeld. Denk aan
logo’s met een driehoek (piramide) en de obelisken in de diverse
grote steden. Maar ook films, boeken, tijdschriften en musea geven
veel aandacht aan Egypte en haar verleden. De gloriedagen van satans
beest ’s eerste kop!
Niet voor niets heeft de illuminatie het
belangrijkste symbool van het oude Egypte verheven tot hun logo, de
piramide. Een piramide met een “alziend oog”, de oog van de god
Horus.
Dit grote Egypte met haar geopenbaarde goden
werd door onze grote God teniet gedaan. Typerend vind ik dat je bij
de tien plagen over Egypte leest over die staf die Aaron op de grond
moest gooien en in een slang veranderde.
Een slang is ongeveer de aller smalste
vertaling van het Hebreeuwse woord dat daar wordt gebruikt. In alle
andere verzen wordt dit woord gewoon vertaald met draak of monster.
En dat is het echt. De staf veranderde in een draak. Gelukkig heeft
de Statenvertaling dat ook zo overgenomen. Want de Leviathan is zo’n
draak, een zevenkoppig zeemonster, die we in Openbaring 13 ook
tegenkomen. Daarom veranderde de staf van Aaron in “verhoogde slang”
(Joh.3). En als ik mag gokken, denk ik dat de draak uit Aarons staf
zeven andere draken van de tovenaars (mogelijk goden) heeft
opgegeten. (Exodus 7:12)
Terug naar begin
De dagen van Noach.
Matt.24 sprak, zei ik u al, over twee
personen. Daniël, die hebben we nu wel behandeld en Noach. Wat
belangrijk is om vast te houden, omdat de Bijbel ons dat leert, is
dat wat gelijk wordt gesteld aan de dagen van Noach.
De vraag die wij dus moeten stellen is: “Wat
staat er gelijk aan de dagen van Noach?” Het antwoord wordt ons tot
twee maal toe gegeven!
De periode van Zijn aanwezigheid (Grieks =
Parousia) op aarde staat gelijk aan de dagen van Noach. Die begint
officieel volgens de Schrift bij de aanvang van de Wederkomst,
wanneer Hij Zijn voeten zal zetten op de Olijfberg (Zach.14:4,
Hand.1:11).
-
Matt.24:37 En gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen.
-
Matt.24:38 Want gelijk zij waren in de dagen voor den zondvloed, etende en drinkende, trouwende en ten huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging;
-
Matt.24:39 En bekenden het niet, totdat de zondvloed kwam, en hen allen wegnam; alzo zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen.
Maar er staat wel iets meer dan dat. Er staat
“tot den dag toe, in welken Noach in de ark ging”. Noach ging de ark
in, omdat Gods oordeel over de wereld der goddelozen kwam. En als
Christus Jezus terugkomt, komt Hij met oordeel! Daarom wordt deze
periode door de Bijbel genoemd: De Dag des Heeren.
Wat deed men tot het moment dat Noach in de
ark ging? Men at en dronk. Dat is in dit stuk, denk ik, de
uitbeelding van de dagelijkse beslommering. En daarnaast was men ook
trouwende en ten huwelijk uitgevende. Dat is juist niet iets
alledaags!!! Dat is iets wat je 1x in je leven doet. Dat we in de
afgelopen ongeveer 100 jaar daar iets anders over zijn gaan denken,
neemt niets af van de oorspronkelijke Bijbelse betekenis. Huwelijk
is juist niet iets wat je bij herhaling doet.
Wat uit het huwelijk voortvloeit, is
misschien wel iets dat vaker voorkomt, misschien wel voor sommigen
alledaags. Dat is de geslachtsgemeenschap tussen man en vrouw. En
daar wijzen Jezus’ Woorden ons specifiek naar.
Want de zonen Gods kwamen in Noach’s dagen en
hadden gemeenschap met elke vrouw die zij verkozen. Je zou kunnen
zeggen dat deze engelen de vrouwen huwden en dat de vaders hun
dochters ten huwelijk uitgaven aan deze engelen.
“En bekenden het niet”. Wat niet? Dat er
verlossing voor hen was geregeld. Die verlossing bestond in Noach’s
dagen uit een grote kist, de ark. In de toekomst van de Zoon des
mensen is die verlossing het geloof van en in Jezus Christus. Het is
de enige redding voor de mens voor het naderende oordeel.
Want de zondvloed kwam en nam iedereen weg
die niet in de ark zat. En het oordeel van het Lam (Opb.6, laatste
verzen) neemt ook alles weg dat niet in de (overdrachtelijke) Ark
zit. En dat wordt keer op keer beschreven hoe dat in zijn werk gaat.
Vanaf Matt.24:40. Twee op de akker, één wordt weggenomen zoals de
vloed, de ander wordt gelaten en gaat dus het Koninkrijk van
Christus op aarde binnen.
Net als de gelijkenis van de dienstknecht
(eind Matt.24.). En de gelijkenis van de 10 maagden. Vijf wijs en
vijf een beetje dom (begin Matt.25). Heel hoofdstuk 25 spreekt over
de toekomst van de Zoon des mensen. Het is de periode waarin Gods
oordeel over alle mensen komt, totdat alle ongelovigen er niet meer
zijn en alle goden gedood zijn en er louter en alleen Wedergeboren
Christenen op aarde wonen. Pas dan gaan de 1000 jaren van satans
gevangenschap in.
De Heer verwijst naar de dagen van Noach,
omdat er zoveel overeenkomsten zijn met Zijn Wederkomst. Want zoals
de engelen die in Noach’s dagen gemeenschap hadden met de vrouwen en
daardoor niet meer terug konden naar hun eigen woonstede, kunnen
alle zondige engelen in de Wederkomst niet terug naar hun eigen
woonstede. Het is hun woonstede niet meer. Openbaring 12 zegt: “hun
plaats is niet meer gevonden in den hemel.”
De enige plaats die overblijft, voor de
zondige engelen, is bij de mensen, op de aarde. Daarom lezen we
bijvoorbeeld in Openbaring 13, dat het beest (satan), grote tekenen
doet voor de mensen. Want zij zijn die op de aarde wonen.
-
Opb.13:13 En het doet grote tekenen, zodat het ook vuur uit den hemel doet afkomen op de aarde, voor de mensen.
Terug naar begin
Einde.
Hartelijk dank voor het bestuderen van deze studie. Neem niets klakkeloos aan, maar toets alles aan de Schrift!
Mocht u nog vragen hebben, mailt u mij dan gerust.
Gods zegen,
Melle Velema
Terug naar begin
Copyright © 2014 Melle Velema - Eindtijd in Beeld [Eindtijdinbeeld.nl]. Alle rechten voorbehouden.
Laatst bijgewerkt: 16 juni 2015.