God der goden. (engelen) Deel 4.
- De richteren en koningen.
- 70 nephilim-koningen van Kanaän.
- Jehovah strijdt met Zijn engelen van tijd tot tijd.
- Saul ziet spoken.
- Koning Salomo.
De richteren en koningen.
Ik houd een beetje de grove tijdslijn aan in
de Bijbel. In deze periode staan weer de Baäls centraal. Maar dit
keer vinden we veel nieuwe namen. Het is volgens mij de meest
afgodische tijd die Israël heeft gekend.
Het is dat het Gods Woord is en dat Hij zegt
dat het de Waarheid is, anders kan je niet geloven dat Israël keer
op keer God de rug toekeert en andere goden dient. Het is werkelijk
waar onvoorstelbaar hoe vaak koningen en richters zich bogen voor
andere goden. En dan even vasthouden dat de Engel Jehovah in deze
periode vele malen is verschenen!
Deut.4:7 zegt daarover dat de Engel des
Heeren, Jehovah Zelf, nabij was als het volk Hem aanriep.
Deut.4:7 Want wat groot
volk is er, hetwelk de goden zo nabij zijn als de Heere,
onze God, zo dikwijls als wij Hem aanroepen?
Dat is het grote verschil met onze bedeling
waarin de Heer Zich verborgen heeft en niet verschijnt als Hij
aangeroepen wordt.
De Heer roept het volk dan ook herhaaldelijk
op om Hem te dienen en niet andere goden. Zo presenteert Hij Zich
telkens als de God der goden. Dat doet Hij door het volk te wijzen
op Egypte. Want het dienen van andere goden dan Degene Die boven de
goden staat, leidt tot slavernij, wet en dood!
Rich.2:12 En zij verlieten den Heere, hunner
vaderen God, Die hen uit Egypteland had uitgevoerd, en volgden
andere goden na, van de goden der volken, die rondom hen waren, en
bogen zich voor die, en zij verwekten den Heere tot toorn.
Terug naar begin
70 nephilim-koningen van Kanaän.
Zo waren er zeventig nephilim-koningen in die
tijd. Zij moesten van God gedood worden, maar in plaats van het
uitroeien van het zaad van de slang, probeerden zij mensen van hen
te maken. Hoe gebeurde dat? En hoe ging dat in z’n werk?
In Deut.7:16 en het hele hoofdstuk uit, doet
de Heer een oproep om de goden van de volkeren in Kanaän te doden,
de beelden van hun goden te vernietigen (Deut.7:25) en het zaad van
de slang, zoals nephilim-koningen (Deut.7:24) te doden.
Deut.7:16 Gij zult dan al die volken
verteren, die de Heere, uw God, u geven zal; uw oog zal hen niet
verschonen, en gij zult hun goden niet dienen; want dat zoude u een
strik zijn.
In Richteren 1 lezen we dat het volk de goden
en het zaad der slang niet vernietigde, maar hen in het land hield
en inde vervolgens belasting van hen. Daarom hielp God hen niet deze
oorspronkelijke volkeren in Kanaän en hun goden te verdrijven.
In Richteren 1 lezen we over Adoni-Bezek.
“Adoni” waren we al eerder tegen gekomen in deze Bijbelstudie toen
Lot twee engelen huisvesting aanbood. Hij noemde hen niet Baäls,
maar Adoni’s om zo te zeggen. Adoni-Bezek is in mijn beleving een
nephilim. Zijn naam zou overgezet kunnen worden volgens
Brown-Driver-Brigss’ Hebrew Definitons naar “mijn Heer is Bezek”. De
god Bezek, dat “Bliksem” betekent, verwekte een zoon, die hij
bevestigde als koning in Kanaän. Daar heb ik een goede reden voor om
dit aan te nemen.
Nadat de stammen van Juda en Simeon 10000 man
hadden gedood bij de stad Bezek, vonden zij daar Adoni-Bezek, maar
die vluchtte. En terecht! Toch werd hij kort daarna gevangen genomen
en hakten zij zijn duimen van handen en voeten af.
Waarom?
Wel, in 2Sam.21:20 staat geschreven hoe je
een nephil, een bastaard tussen een engel en een mens kunt
herkennen.
2Sam.21:20 Nog was er ook een krijg te Gath;
en er was een zeer lang man, die zes vingeren had aan zijn handen,
en zes tenen aan zijn voeten, vier en twintig in getal, en deze was
ook aan Rafa geboren.
Deze wezens hadden een vinger te veel. Die
zesde vinger werd bij Adoni-Bezek van zijn handen en voeten
afgehouwen. Zo had hij evenveel vingers als een mens. Adoni-Bezek
zegt vervolgens zelf:
Rich.1:7 Toen zeide Adoni-bezek: Zeventig
koningen, met afgehouwen duimen van hun handen en van hun voeten,
waren onder mijn tafel, de kruimen oplezende; gelijk als ik gedaan
heb, alzo heeft mij God vergolden! En zij brachten hem te Jeruzalem,
en hij stierf aldaar.
En vervolgens lezen we drie verzen verder nog
drie namen van nephilim die door Juda gedood werden. Namelijk:
Sesai, en Ahiman, en Thalmai.
Rich.2 begint dan te spreken van de tocht die
de Engel des Heeren, namelijk de Heere (2:5) maakte. Want ook Hij
wandelde van tijd tot tijd zichtbaar door dat gebied rond.
Terug naar begin
Jehovah strijdt met Zijn engelen van tijd tot tijd.
De Heer strijd Zelf ook van tijd tot tijd. De
voorwaarde is dat Israël dan wel Hem dient. En kennelijk gebeurde
het ook wel eens dat de Heer niet alleen vocht, maar met Zijn
engelen vocht. Dit is typologie, want dat lezen we ook in Openbaring
12 bijvoorbeeld.
In 1 Samuel 4 lezen we over de oorlog tussen
de Filistijnen en Israël. Israël laat de ark van de Heer in het
leger komen. Ze voelen zich machtig en sterk en de Filistijnen zien
de Heer met Zijn engelen in het leger van Israël. En dan zeggen zij
dit:
1Sam.4:5 En het geschiedde, als de ark des
verbonds des HEEREN in het leger kwam, zo juichte gans Israël met
een groot gejuich, alzo dat de aarde dreunde.
6 Als nu de Filistijnen de stem van het
juichen hoorden, zo zeiden zij: Wat is de stem van dit grote
juichen in het leger der Hebreeën? Toen vernamen zij, dat de ark
des HEEREN in het leger gekomen was.
7 Daarom vreesden de Filistijnen, want zij
zeiden: God is in het leger gekomen. En zij zeiden: Wee
ons, want diergelijke is gisteren en eergisteren niet geschied!
8 Wee ons, wie zal ons redden uit de hand
van deze heerlijke goden? Dit zijn dezelfde goden, die
de Egyptenaars met alle plagen geplaagd hebben, bij de woestijn.
9 Zijt sterk, en weest mannen, gij
Filistijnen, opdat gij de Hebreeën niet misschien dient, gelijk als
zij ulieden gediend hebben; zo zijt mannen, en strijdt.
En de Israëlieten vochten tegen de
Filistijnen. De Filistijnen waren dapper en zij vertrouwden meer op
hun goden en hun reuzen, dan Israël vertrouwde op God. Israël
verloor deze slag en de ark des Heeren werd buitgemaakt door de
Filistijnen. Hofni en Pinehas kwamen om en toen de hogepriester Eli
het slechte nieuws hoorde, niet dat zijn beide zonen dood waren,
maar dat de ark des Heeren weg was, viel hij achterover van zijn
stoel en brak zijn nek.
Deze heerlijke goden die de Filistijnen zien,
is niet de aanduiding voor Israël. Filistijnen dienden goden,
engelen. En hadden reuzen in hun midden, zoals Goliath. Zij wisten
heel goed, zoals de meeste volkeren in dat gebied, het verschil
tussen mensen en goden. Het waren niet de Hebreeën die de
Egyptenaren plaagden, het was God Zelf die dat deed en via Mozes en
Aäron communiceerde met Farao. En Mozes spreekt dan ook: “Zo zegt de
Heere (Jehovah), de God der Hebreeën…”
Farao wist met wie hij van doen had en de
Filistijnen ook. De Engel met de Naam Jehovah! En aan Zijn zijde had
de Heer engelen. En dat is helemaal niet vreemd of verwonderlijk.
Want de Heer is sinds de schepping van de engelen, door hen omringd!
Het zijn gedienstige geesten, behalve de geesten die zich aan Hem
onttrekken en zich openbaren in het vlees.
De ark des Heeren kwam uiteindelijk terug. De
Heer slaat de Filistijnen met aambeien en muizen. En van die
aambeien en muizen moesten de Filistijnen gouden beeldjes maken.
Daar heb ik trouwens nog een Bijbelstudie over geschreven. De Heer
is niets te vreemd, dus waarom zou je dat niet mogen bestuderen?
In 1Samuel 6 wordt gesproken over de goden
van de Filistijnen. Dat zijn Baäls die onder de Filistijnen
woonden. Één van die Baäls, die uit Gath, genaamd Rafa, gewon vijf
zonen. Dat staat in 2Sam.21:20. Dat gaat over die zesvingerige reus.
1 van die nephilim-zonen heette Goliath. Goliath werd door David
gedood. Dubbel gedood moet ik zeggen. Met slinger en steen doodde
hij Goliath en hakte vervolgens zijn kop eraf. Dat is wat de Heer
graag ziet. De andere vier broers van Goliath werden ook door David
gedood in 2Sam.21:22. Dat was de reden dat niet één steentje
opraapte, maar vijf. Vijf stenen voor vijf bastaards.
Terug naar begin
Saul ziet spoken.
Ik kwam nog een aardig stukje tegen. Een
tijdje terug heb ik een ISvG gehouden over spoken. Daarin behandelde
ik het Griekse woord “Phantasma”, dat de Statenvertaling heeft
vertaald met “spooksel”. En ik kon toen in de Bijbel geen tweede
getuige vinden, wat wel gebruikelijk is in de Bijbel. Maar in mijn
voorstudie naar deze Bijbelstudie kwam ik nog een “andere” spook
tegen.
In 1Samuel 28 vinden we het verhaal van
koning Saul die alle waarzegsters en occultisten heeft gedood. En na
de heksenjacht spreekt God niet tegen hem en de profeet Samuel is
gestorven. Hij vermomt zich en bezoekt een waarzegster die niet door
heeft dat hij koning Saul is.
1Sam.28:6 En Saul vraagde den HEERE; maar de
HEERE antwoordde hem niet; noch door dromen, noch door de urim, noch
door de profeten.
7 Toen zeide Saul tot zijn knechten: Zoekt
mij een vrouw, die een waarzeggenden geest heeft, dat ik tot haar
ga, en door haar onderzoeke. Zijn knechten nu zeiden tot hem: Zie,
te Endor is een vrouw, die een waarzeggenden geest heeft.
8 En Saul verstelde zich, en trok andere
klederen aan, en ging heen, en twee mannen met hem, en zij kwamen
des nachts tot de vrouw, en hij zeide: Voorzeg mij toch door den
waarzeggenden geest, en doe mij opkomen, dien ik tot u zeggen zal.
9 Toen zeide de vrouw tot hem: Zie, gij weet,
wat Saul gedaan heeft, hoe hij de waarzegsters en de
duivelskunstenaars uit dit land heeft uitgeroeid; waarom stelt gij
dan mijn ziel een strik, om mij te doden?
10 Saul nu zwoer haar bij den HEERE,
zeggende: Zo waarachtig als de HEERE leeft, indien u een straf om
deze zaak zal overkomen!
Saul wordt gevraagd welke geest er moet
opkomen. En dé profeet bij uitstek is Samuël.
1Sam 28:11 Toen zeide de vrouw: Wien zal ik u
doen opkomen? En hij zeide: Doe mij Samuël opkomen.
1Sam 28:12 Toen nu de vrouw Samuël zag, zo
riep zij met luider stem, en de vrouw sprak tot Saul, zeggende:
Waarom hebt gij mij bedrogen? Want gij zijt Saul.
De vrouw, die een medium is, ziet Samuël. Dit
is interessant voor broeders en zusters die in hun omgeving horen
“geesten bestaan niet” en “Derek Ogilvie is een charlatan.” Geesten
bestaan weldegelijk en volgens het Woord van God zijn geesten
oproepbaar en kunnen ze communiceren!
Als het medium Samuël ziet, weet zij
onmiddellijk dat de man voor haar koning Saul is. En ze vreest
terecht voor haar leven.
Ja, Saul heeft haar bedrogen. Zij is in alle
staten en heel humoristisch is de reactie van Saul die daar bij haar
in het geheim iets doet wat niet mag. Hij wimpelt dat af met “vreest
niet”. En direct erachter “maar, wat zie je???”
1Sam 28:13 En de koning zeide tot haar: Vrees
niet; maar wat ziet gij? Toen zeide de vrouw tot Saul: Ik zie
goden, uit de aarde opkomende.
De goden die uit de aarde opkomen, komen dus
van onder de aarde vandaan. Snapt u dat? Zij ziet niet de hel, maar
zij ziet wezens die geen mensen zijn en die zij identificeert met
goden die in het land wonen, dan wel woonden.
En omdat zij Samuël eerst zag, is Samuël één
van de goden die uit de aarde opkomt. Vanaf het moment dat geesten
uit de aarde zijn opgekomen, zijn ze pas zichtbaar voor het medium.
Samuël wordt vergezeld om het zomaar te zeggen. Waarom? En door wie?
Samuël was gestorven en iedereen die sterft verblijft in het
dodenrijk tot op de Jongste Dag (Opb.20). De hel is een gevangenis
voor de doden en verblijven daar in afwachting van hun eindoordeel.
Wie vergezellen Samuël dus? Gevangenebewaarders uit de hel, dan wel
Abrahams Schoot. Want nadat hij is opgeroepen, gaat hij weer terug.
Vervolgens vraagt Saul hoe Samuël eruit ziet.
En als Samuël dan de kamer binnenkomt en verschijnt, durft Saul niet
te kijken.
1Sam 28:14 Hij dan zeide tot haar: Hoe is
zijn gedaante? En zij zeide: Er komt een oud man op, en hij is met
een mantel bekleed. Toen Saul vernam, dat het Samuël was, zo neigde
hij zich met het aangezicht ter aarde, en hij boog zich.
Hoe herken je een spook? Aan zijn witte laken
over zich heen. Zo letterlijk wordt dat niet van Samuël gezegd, maar
ook Samuël is bekleed met een mantel. Geesten zijn per definitie
onzichtbaar, daarom noemt de Bijbel dat: geest. Maar Samuël
verschijnt als gestalte. Al zou het maar zijn dat de mantel een
menselijke gestalte aanneemt. Maar het is hier meer dan dat. En als
geesten zich manifesteren, noemt de Bijbel dat een spook.
En dan begint Samuël direct te communiceren
met Saul, zonder dat het medium er tussen komt. En dat is
opmerkelijk, want een medium is nu eenmaal een medium omdat hij of
zij middelaar is tussen geesten en mensen.
1Sam 28:15 En Samuël zeide tot Saul: Waarom
hebt gij mij onrustig gemaakt, mij doende opkomen? Toen zeide Saul:
Ik ben zeer beangstigd, want de Filistijnen krijgen tegen mij, en
God is van mij geweken, en antwoordt mij niet meer, noch door den
dienst der profeten, noch door dromen; daarom heb ik u geroepen, dat
gij mij te kennen geeft, wat ik doen zal.
1Sam 28:16 Toen zeide Samuël: Waarom vraagt
gij mij toch, dewijl de Heere van u geweken en uw vijand geworden
is?
1Sam 28:17 Want de Heere heeft voor Zich
gedaan, gelijk als Hij door mijn dienst gesproken heeft; en heeft
het koninkrijk van uw hand gescheurd, en Hij heeft dat gegeven aan
uw naaste, aan David.
1Sam 28:18 Gelijk als gij naar de stem des
Heeren niet gehoord hebt, en de hittigheid Zijns toorns niet
uitgericht hebt tegen Amalek; daarom heeft de Heere u deze zaak
gedaan te dezen dage.
1Sam 28:19 En de Heere zal ook Israël met u
in de hand der Filistijnen geven, en morgen zult gij en uw zonen bij
mij zijn; ook zal de Heere het leger van Israël in de hand der
Filistijnen geven.
Terug naar begin
Koning Salomo.
Typisch voor deze periode is bijvoorbeeld
Salomo. Salomo die wijs was. Wat zeg ik, Salomo mocht vragen wat hij
wou hebben van de Heer en vroeg de Heer om een verstandig hart
(1Kon.3). Die kreeg hij. En ondanks dat de Heer hem twee maal was
verschenen (1Kon.11:9) en ondanks dat hij door de Heer een
verstandig hart, wijsheid, rijkdom en niet te vergeten 1000
schoonmoeders had gekregen, hing hij met liefde vrouwen uit
afgodische landen en dier goden aan (1Kon.11:2).
Even een korte impressie uit 1Koningen 11.
1Kon.11:5 Want Salomo wandelde Astoreth,
den god der Sidoniërs, na, en Milchom, het verfoeisel
der Ammonieten.
1Kon.11:7 Toen bouwde Salomo een hoogte voor
Kamos, het verfoeisel der Moabieten, op den berg, die
voor Jeruzalem is, en voor Molech, het verfoeisel der
kinderen Ammons.
1Kon.11:8 En alzo deed hij voor al zijn
vreemde vrouwen, die haar goden rookten en offerden.
1Kon.11:9 Daarom vertoornde Zich de Heere
tegen Salomo, omdat hij zijn hart geneigd had van den Heere, den God
Israëls, Die hem tweemaal verschenen was.
En Salomo was niet de eerste en niet de
laatste die dat deed. De koningen na hem en de richteren voor hem
overkwam het ook regelmatig. Hier vinden we ook Molech terug. Ik
schreef al dat de betekenis koning of engel is. Daarom weet ik niet
zeker of de god Molech wel zo heet. Hij is een molech of een malek
en geeft zich daarom uit voor god.
We vinden wel twee namen van Molech. Twee
verschillende goden die beiden kindoffers eisten. Dat waren
Adramelech en Anamelech. En Melech = Molech, want het Hebreeuws kent
geen klinkers zoals u weet.
2Kon.17:31 En de Avieten maakten
Nibhaz en
Tartak, en de
Sefarvieten verbrandden hun zonen voor
Adramelech en
Anamelech, de goden van Sefarvaim, met vuur.
Hier vinden we direct al vier verschillende
goden. En dat de Avieten Nibhaz en Tartak maakten, dat is zo
vertaalt omdat men veronderstelt dat dit afgodsbeelden waren. Maar
het Hebreeuwse woord betekent “doen”, in de zin van dienen.
Zoals: “Dat kun je niet maken!” Wat wil
zeggen: “dat je dat niet moet doen”. Gaat dus volgens mij niet om
het maken in de zin van fabriceren van goden.
Want in dat hoofdstuk worden heel veel goden
genoemd.
En u weet wat ik heb geschreven over Molech
en kindoffers. Dat is niet een vrijwillige keuze die een geestelijk
gezonde ouder maakt. En hier heeft het er de schijn van gekregen.
“Ze maakten afgodsbeelden en die idioten verbranden hun kinderen
vrijwillig voor stenen beelden.”
Dat is niet het Bijbelse idee en volgens mij
staat die gedachte ook niet in de Bijbel. Het gaat om
verschrikkelijke wezens die machtig genoeg zijn dit af te dwingen
van mensen.
Verder lezen? -> God der goden. (engelen) - Bijbelstudie - Deel 5.
Terug naar begin
Copyright © 2014 Melle Velema - Eindtijd in Beeld [Eindtijdinbeeld.nl]. Alle rechten voorbehouden.
Laatst bijgewerkt: 16 juni 2015.