God der goden. (engelen) Deel 3.
- Goden met naam en toenaam in de Bijbel.
- Van Abram tot en met Jakob (Israël).
- Van Jakob tot de ingang in Kanaän. De god Molech.
Goden met naam en toenaam in de Bijbel.
We zijn gebleven bij de periode vanaf de
uittocht uit Egypte tot aan de dagen dat Daniël in Babel was. In
deze periode komen we goden tegen en lezen we in de Bijbel keer op
keer dat Israël andere goden dient in plaats van de Enige God
Jehovah.
Het probleem met Bijbelse tijdrekening is dat
er onderling altijd verschillend wordt geredeneerd. Ik heb 3
verschillende bronnen geraadpleegd voor wat betreft de tijdrekening
van gebeurtenissen in het O.T. En daar heb ik de gemene deler van
genomen.
Het viel mij op dat de Griekse goden pas
genoemd of geëerd werden vanaf de zondvloed. Ik heb getracht dit zo
eerlijk mogelijk te doen en onderstaand grafiek geeft slechts een
globaal beeld van de goden.
Sommige goden kregen een andere naam,
waardoor sommige goden meerdere keren geteld zijn. Maar in totaal
heb ik zo’n 70 goden genoteerd.
Terug naar begin
Van Abram tot en met Jakob (Israël).
Na de zondvloed kwamen opnieuw zondige
engelen naar de aarde. Maar nu met een andere opdracht van satan dan
in de dagen van Noach. Dit keer was hun taak zich als goden te
openbaren en onder de volkeren te wonen.
Dit is de tijd van de Baäl’s. Baäl betekent
heer, meester, echtgenoot of eigenaar. En de naam Baäl komt heel
vaak voor in het O.T. Nu kun je niet zeggen één op één, elke Baäl is
een geopenbaarde engel. Maar velen zijn het wel.
Want een Baäl was de heer of meester van een
stad. En zo kreeg de stad de naam van deze Baäl mee. Ook trouwden
deze Baäl’s met vrouwen of werden er vrouwen uitgehuwd. Dan is de
Baäl de echtgenoot. De zoon van een Baäl, krijgt dacht ik dan ook de
naam Baäl mee als het om troonsopvolging gaat.
In Sodom en Gomorra liepen ook goden. En als
Lot twee goden ziet lopen, in Genesis 19, heeft hij ineens door dat
deze goden anders zijn dan die hij kent uit zijn omgeving. En dan
zegt Lot dit:
Gen.19:2 En hij zeide: Ziet nu, mijne
heren! keert toch in ten huize van uw knecht, en vernacht,
en wast uw voeten; en gij zult vroeg opstaan, en gaan uws weegs. En
zij zeiden: Neen, maar wij zullen op de straat vernachten.
Lot spreekt de twee engelen aan met het
Hebreeuwse “Adown”. U weet wel, van Adonai. Het
heeft exact dezelfde betekenis als Baäl.
STRONG H113 'adown
aw-done' or (shortened) adon aw-done'; from an unused root
(meaning to rule); sovereign, i.e. controller (human or divine):--
lord, master, owner. Compare also names beginning with
"Adoni-".
Er staat zelfs in de verklaring dat het zowel
betrekking heeft op mensen als op het goddelijke. Een aantal Baäls
die ik u wil noemen zijn:
·
Baäl-Hanan, heer van Kanaän, Edomitische koning.
·
Baäl-Zephon, heer van het noorden. Namelijk god van Noord-Egypte.
·
Baäl-Bamoth, hoogte van Baäl.
·
Baäl-Meon, heer van verblijven / wonen (habitation)
·
Baäl-Peor, heer van de opening, de god Peor.
·
Baäl-Gad, heer van voorspoed of benden van Baäl. De god Gad.
·
Baäl-Tamar, heer van de palmen, was ook een heiligdom voor Baäl.
·
Baäl-Hermon, heer van berg Hermon, zou dezelfde zijn als Baäl-Gad.
·
Baäl-Berith, heer des verbonds, de god van het verbond.
·
Baäl-Perazim, heer van vernietiging. Nabij het dal der reuzen.
·
Baäl-Bec, de zonnegod Ra. Baälbek is bekend van megalithische
bouwwerken. Zie de studie van de oorlogen des Heeren.
·
Baäl-Zebub, de vliegengod. In het N.T. bekent als Beëzebul.
Dit geeft een kleine impressie van de goden die zoal in die
tijd bekend waren, gediend werden en invloed hebben gehad op het
volk van God.
Terug naar begin
Van Jakob tot de ingang in Kanaän. De god Molech.
In de periode dat Israël in slavernij in
Egypte was, is er één "naam" die elke keer terug blijft komen. Dat
is Molech.
Molech of Moloch betekent koning of engel.
Deze god Molech staat in de Bijbel bekent om de kinderoffers.
Kinderen werden levend verbrand voor de god Molech. Ik heb gelezen
dat er heel hard werd gezongen tijdens dit ritueel, zodat de ouders
die daarbij aanwezig waren, zo min mogelijk het gekrijs van hun kind
hoorden.
De Heer gaat in de Bijbel meestal niet
specifiek in op een god. Wel spreekt de Heer in zijn algemeenheid
over goden, zoals dat ze de Baäls niet moeten roken. Dat zijn direct
een aantal goden. Maar deze Molech heeft zo’n diepe impact op de
Israëlieten, dat God meerdere verzen gebruikt voor deze ene god. Dat
zegt veel. Het begint al bij de eerste keer dat Molech in de Bijbel
voorkomt. En let op waar deze titel opduikt!
Leviticus 18
1 Verder sprak de Heere tot Mozes, zeggende:
2 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot
hen: Ik ben de Heere, uw God!
3 Gij zult niet doen naar de werken des
Egyptischen lands, waarin gij gewoond hebt; en naar de
werken des lands Kanaän, waarheen Ik u brenge, zult gij niet doen,
en zult in hun inzettingen niet wandelen.
4 Mijn rechten zult gij doen, en Mijn
inzettingen zult gij houden, om in die te wandelen; Ik ben de Heere
(JEHOVAH), uw God!
5 Ja, Mijn inzettingen en Mijn rechten zult
gij houden; welk mens dezelve zal doen, die zal door dezelve leven;
Ik ben de Heere!
6 Niemand zal tot enige nabestaande zijns
vleses naderen, om de schaamte te ontdekken; Ik ben de Heere!
7 Gij zult de schaamte uws vaders en de
schaamte uwer moeder niet ontdekken; zij is uw moeder; gij zult haar
schaamte niet ontdekken.
8 Gij zult de schaamte der huisvrouw uws
vaders niet ontdekken; het is de schaamte uws vaders.
9 De schaamte uwer zuster, der dochter uws
vaders, of der dochter uwer moeder, te huis geboren of buiten
geboren, haar schaamte zult gij niet ontdekken.
10 De schaamte der dochter uws zoons, of der
dochter uwer dochter, haar schaamte zult gij niet ontdekken; want
zij zijn uw schaamte.
11 De schaamte van de dochter der huisvrouw
uws vaders, die uw vader geboren is (zij is uw zuster), haar
schaamte zult gij niet ontdekken.
12 Gij zult de schaamte van de zuster uws
vaders niet ontdekken; zij is uws vaders nabestaande.
13 Gij zult de schaamte van de zuster uwer
moeder niet ontdekken; want zij is uwer moeder nabestaande.
14 Gij zult de schaamte van den broeder uws
vaders niet ontdekken; tot zijn huisvrouw zult gij niet naderen; zij
is uw moei.
15 Gij zult de schaamte uwer schoondochter
niet ontdekken; zij is uws zoons huisvrouw; gij zult haar schaamte
niet ontdekken.
16 Gij zult de schaamte der huisvrouw uws
broeders niet ontdekken; het is de schaamte uws broeders.
17 Gij zult de schaamte ener vrouw en harer
dochter niet ontdekken; de dochter haars zoons, noch de dochter van
haar dochter zult gij nemen, om haar schaamte te ontdekken; zij zijn
nabestaanden; het is een schandelijke daad.
18 Gij zult ook geen vrouw tot haar zuster
nemen, om haar te benauwen, mits haar schaamte nevens haar, in haar
leven, te ontdekken.
19 Ook zult gij tot de vrouw in de
afzondering van haar onreinigheid niet naderen, om haar schaamte te
ontdekken.
20 En gij zult niet liggen bij uws naasten
huisvrouw ter bezading, om met haar onrein te worden.
21 En van uw zaad zult gij niet geven, om
voor den Molech door het vuur te
doen gaan; en den Naam uws Gods zult gij niet ontheiligen; Ik ben de
Heere!
22 Bij een manspersoon zult gij niet liggen
met vrouwelijke bijligging; dit is een gruwel.
23 Insgelijks zult gij bij geen beest liggen,
om daarmede onrein te worden; een vrouw zal ook niet staan voor een
beest, om daarmede te doen te hebben; het is een gruwelijke
vermenging.
24 Verontreinigt u niet met enige van deze;
want de heidenen, die Ik van uw aangezicht uitwerpe, zijn met alle
deze verontreinigd;
25 Zodat het land onrein is, en Ik over
hetzelve zijn ongerechtigheid bezoeke, en het land zijn inwoners
uitspuwt.
Het gaat om seks. De “schaamte” is het kuise
woord voor geslachtsdeel. We kennen dat alleen nog in woorden als de
schaamstreek, schaamlippen en schaamhaar. Ik
heb bewust een heel lang stuk geplaatst, zodat Molech hier u wel
moet opvallen!
De juiste vraag is volgens mij: “waarom staat
Molech hier tussen?” Het gaat hier, zo als ik het lees, niet eens zo
zeer om seks met de god Molech. Het gaat hier om kinderen (zaad) aan
Molech te geven. Dat gebeurt op de manier van de kinderen door het
vuur te doen gaan. Dat wil zeggen dat de kinderen levend het vuur
ingaan en dood eruit komen.
Deze daad staat voor de Heer gelijk aan
incest, homoseksualiteit, bestialiteit en pedofilie. Want al deze
vormen van seksualiteit hebben een typologische betekenis, waardoor
deze vorm van seksualiteit, door de Heer, hier uitdrukkelijk wordt
genoemd “een gruwel”.
Voor de mensen die denken dat ik iets tegen
homo’s heb, wijs ik graag naar mijn artikel over homoseksualiteit.
En… ik vind dat serieus moeilijk om te zeggen, maar ook voor
incestvaders en pedopriesters is onze Heer gestorven en daarna
opgestaan. Waardoor ook voor hen de zonden zijn weggedaan en eeuwig
leven met Jezus Christus mogelijk is, zonder dat de Heer kijkt naar
wie hij of zij voor de bekering was.
Goed. Dat is Leviticus 18. Twee hoofdstukken
verder gaat de Heer uitgebreider in op deze god Molech. Daar wordt
deze god vier keer achter elkaar genoemd.
Leviticus 20
1 Verder sprak de Heere tot Mozes, zeggende:
2 Gij zult ook tot de kinderen Israels
zeggen: Een ieder uit de kinderen Israels, of uit de vreemdelingen,
die in Israel als vreemdelingen verkeren, die van zijn zaad den
Molech gegeven zal hebben, zal zekerlijk gedood worden;
het volk des lands zal hem met stenen stenigen.
3 En Ik zal Mijn aangezicht tegen dien man
zetten, en zal hem uit het midden zijns volks uitroeien; want hij
heeft van zijn zaad den Molech gegeven, opdat hij Mijn
heiligdom ontreinigen, en Mijn heiligen Naam ontheiligen zou.
4 En indien het volk des lands hun ogen
enigszins verbergen zal van dien man, als hij van zijn zaad den
Molech zal gegeven hebben, dat het hem niet dode;
5 Zo zal Ik Mijn aangezicht tegen dien man en
tegen zijn huisgezin zetten, en Ik zal hem, en al degenen, die hem
nahoereren, om den Molech na te hoereren, uit het
midden huns volks uitroeien.
Hier ziet u dat de Heer het offeren van
kinderen aan Molech, gelijk stelt aan hoereren. De Heer maakt korte
metten met kindoffers aan Molech. Hoe kan een ouder zijn kind levend
verbranden voor een engel? Om dat te begrijpen, moeten we eigenlijk
Genesis 22 lezen. Daar lezen we ook over een brandoffer.
Gen.22:1 En het geschiedde na deze dingen,
dat God Abraham verzocht; en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij
zeide: Zie, hier ben ik!
Gen.22:2 En Hij zeide: Neem nu uw zoon,
uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria,
en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de
bergen, dien Ik u zeggen zal.
Wij hebben het grote geluk dat wij leven in
de bedeling van de verborgenheid. Waarin de Heer Zich verborgen
heeft, maar waarin ook de andere heren zich verborgen hebben.
Abraham was in staat zijn enige zoon, die hij liefhad, te
brandofferen voor de Heer.
Abraham kende God. God was aan Abraham
meerdere malen verschenen. Abraham had met God van aangezicht tot
aangezicht gesproken. En deze gegevens moeten worden meegenomen in
onze voorstellingsvermogen, wanneer wij lezen dat Abraham zonder
tegenstribbelen in staat is zijn zoon te brandofferen aan God.
Een geestelijk gezonde ouder zal zijn of haar
kind nooit brandofferen. Dat is onnatuurlijk. Want een geestelijk
gezonde ouder moet van binnen een zorgplicht ervaren. Zo is het niet
alleen bij mensen, maar in de natuur, om ons heen, zie je dat. Een
moederdier met een jong is vele malen agressiever naar haar
omgeving, dan als zij geen jong had. Dat instinct is in de natuur
meegegeven, zodat nieuw leven instinctief beschermd wordt.
Waarom weidt de Heer dan zoveel tekst aan
Molech? Omdat er veel kinderen geofferd werden aan de god Molech. En
de reden waarom men dit deed, heeft dezelfde grondslag denk ik als
in het geval van Abraham. De god Molech was geen stenen afgodsbeeld,
maar een zichtbare, afschrikwekkende, bovennatuurlijke, buitenaardse
koning, die macht had om te krijgen wat hij wilde.
Als wij die doodsangst proberen te begrijpen,
dan begrijpen we (deels of misschien helemaal niet) dat ouders hun
kinderen offerden aan de geopenbaarde engel, de god Molech. Ik
vermoed dat deze offers aan Molech een wanhoopsdaad was.
Als we dan vers vier nog eens lezen:
4 En indien het volk des lands hun ogen
enigszins verbergen zal van dien man, als hij van zijn zaad den
Molech zal gegeven hebben, dat het hem niet dode;
Hier zie je dat het volk de ogen durft te
sluiten voor deze daad. Ik denk vanuit compassie en begrip voor de
ouder die zijn kind moest offeren. God denkt daar anders over. Voor
God is een kindoffer het ontreinigen van Zijn heiligdom en het
ontheiligen van Zijn Naam.
…want hij heeft van zijn zaad den
Molech gegeven, opdat hij Mijn heiligdom ontreinigen, en
Mijn heiligen Naam ontheiligen zou.
Men zou Jehovah offeren in Zijn heiligdom, de
tabernakel. Want de Engel Jehovah, de Engel des Heeren, was vele
malen verschenen aan het volk en de kracht van God was vele malen
gezien.
Tot slot. Molech is geen naam, maar de
aanduiding van een hemelwezen. In deel 4 komen we twee namen tegen
van twee verschillende Molechs.
Verder lezen? -> God der goden. (engelen) Deel 4.
Terug naar begin
Copyright © 2014 Melle Velema - Eindtijd in Beeld [Eindtijdinbeeld.nl]. Alle rechten voorbehouden.
Laatst bijgewerkt: 16 juni 2015.