God der goden. (engelen) Deel 1.
- Ter inleiding.
- De God der goden.
- Kennis over de eindtijd dat opgesloten ligt in het O.T.
- De Dagen van Noach.
- Als onsterfelijkheid sterfelijkheid aandoet.
- Het zaad der slang.
- Vermenging van menselijk zaad.
Ter inleiding.
Als u vaker stukken van mij hebt gelezen of
gehoord, dan weet u dat ik met een open vizier de Bijbel bestudeer.
Ik heb in mijn leven dan ook al vele dogma’s over boord moeten
zetten, omdat de Bijbel mij het anders leert.
Deze studie heeft mijn ogen flink geopend. Ik
hoop van harte dat het ook u overkomt. Dat kan alleen als u neutraal
deze studie leest. Waar ik altijd op hamer is:
1. Onderzoek of dit in
overeenstemming is met de Bijbel. (niet te verwarren met “onderzoek
of mijn kerk dit ook leert”)
2. Zo nee, probeer daar
achter te komen. Die kennis kan u altijd van pas komen.
3. Zo ja, plant het in uw
hart, want het is Gods Woord.
4. En geloof het.
En waarom zou ik dat zeggen? Nou er is genoeg
reden te bedenken om deze studie te verwerpen, omdat dit nogal haaks
staat op de evangelische en orthodoxe kerkleringen. Het
tegenovergestelde is ook waar. Als je dit niet verwerpt, ben je
waarschijnlijk genoodzaakt je beeldvorming van het Oude Testament
fors bij te stellen.
Terug naar begin
De God der goden.
De vorige studie die ik heb gemaakt, ging
over Eden en engelen. Iets wat ik zelf heb moeten bijstellen in mijn
Godsbeeld, is dat ik me meer moet realiseren dat de Heer Zich
openbaart, tenzij het de bedeling der verborgenheid is. Maar niet
alleen de Heer openbaart Zich, ook zijn engelen. En daar horen ook
de zondige engelen bij, want:
Joz.22:22 De God
der goden, de Heere, de God der goden, de Heere, Die weet het;
Israël zelf zal het ook weten! Is het door wederspannigheid, of is
het door overtreding tegen den Heere, zo behoudt ons heden
niet;
De Heer, dat is Jehova, is de God van alle
goden! In Hebr.12:9 vinden we een synoniem van deze titel, namelijk
“Vader der geesten”.
Wat heb ik gedaan? Ik heb alle
Schriftplaatsen in de Bijbel opgezocht waar de Hebreeuwse term
“Elohim” gebruikt wordt. Maar dan alleen die Schriftplaatsen die
Elohim anders vertalen dan “God”, met een hoofdletter. En dat zijn
er veel!
Elohim wordt 2605 keer in het Oude Testament
gebruikt.
2306 x als “god of God”
216 x als “goden of gods”
En dan nog een paar keer als “rechter”,
“godin” en 1x als “engelen”.
En terwijl ik bezig was met de voorstudie,
kwam ik allerlei namen tegen van goden. En die heb ik ook maar
verzameld, want dat kan altijd van pas komen.
Terug naar begin
Kennis over de eindtijd dat opgesloten ligt in het O.T.
Als ik het heb over de eindtijd, dan denk ik
vaak aan Matt.24 en 25, “de rede der laatste dingen”. Nu, in Matt.24
daar kom je een stuk of vijf namen tegen. En er is één naam die je
zou moeten tegenkomen, juist omdat het er over gaat, maar die naam
wordt heel bewust niet genoemd. Dat is: Jeruzalem!
Zoek het maar na! Jeruzalem wordt net zo
bewust niet genoemd als in Openbaring 11. Maar waar ik u op wil
attenderen is dat naast de namen Judea, Jezus en Olijfberg er twee
namen genoemd worden als referentie.
Dat zijn:
-
1. Daniël, den profeet (Matt.24:15).
-
2. De dagen van Noach. (Matt.24:37-39)
De profetie van Daniël en expliciet
Dan.9:24-27 gaat over de Joden en Jeruzalem voor wat betreft de 70
weken. En Noach gaat over de zondvloed die een oordeel bracht over
de wereld der goddelozen (2Petr.2:5). Het is niet moeilijk om de
verschillen tussen deze twee op te noemen. Maar hoe zit het met de
overeenkomsten? Was er een vloed in Daniëls dagen of in de 70 weken?
Of waren en Joden in de dagen van Noach?
Er zit volgens mij wel degelijk een
opzienbarende overeenkomst tussen Daniël en Noach. Maar om die
overeenkomst goed te begrijpen, is het noodzakelijk eerst onze
beeldvorming over de tijd die tussen hen beiden ligt, in
overeenstemming te brengen met de Schrift.
Terug naar begin
De Dagen van Noach.
In Genesis 6 lezen we over de dagen van
Noach, waar de Heer ons naar verwijst in Mattheüs 24.
Gen.6:1 En het geschiedde, als de mensen op
den aardbodem begonnen te vermenigvuldigen, en hun dochters geboren
werden, 2 dat Gods zonen de dochteren der mensen aanzagen, dat zij
schoon waren, en zij namen zich vrouwen uit allen, die zij verkozen
hadden.
Gen 6:3 Toen zeide de Heere: Mijn Geest zal
niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees is;
doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren.
Na 1500 jaren na de Schepping van Adam – en
dat is een HELE LANGE TIJD – komen we in Gen.6 aan. En daar zegt de
Heer in vers 3, dat Hij over nog eens 120 jaren de wereld zal
oordelen. Waarom? Terug naar vers 1 en 2. De zonen Gods kwamen. En
dat zijn géén mensen, géén afstammelingen van Kaïn, maar engelen.
Dat ga ik heel kort proberen uit te leggen.
Als mijn vader van de stam van Levi is, dan ben ik ook een Leviet.
Dat is de Bijbelse logica. Als de Vader, de God der goden is, dan
zijn zij die deel uitmaken van Zijn hemelse woning, van Zijn
huisgezin, dus ook goden.
Gods zonen zijn ook goden. En één van die
goden heette vroeger Lucifer. Want: een god met een kleine letter
heeft dezelfde strekking als de term “engel”. Zie ook Job 1 en 2.
Als we dan verder lezen in Genesis 6 over wat
het gevolg was van de komst van de zonen Gods, dan lezen we dit:
Gen 6:4 In die dagen waren er reuzen
op de aarde, en ook daarna, als Gods zonen tot de dochteren der
mensen ingegaan waren, en zich kinderen gewonnen hadden; deze zijn
de geweldigen, die van ouds geweest zijn, mannen van name.
De Bijbel leert ons dat in de dagen van
Noach, maar ook daarna, engelen zich openbaarden en vrouwen uitkozen
naar hun believen en zich met hen voortplantten. De kinderen van hen
waren van moederszijde mens en van vaderszijde engel. De Bijbel
noemt hen “nephilim”, gevallenen. Onze Statenvertaling heeft het
vertaald naar reus. Dat is op zich niet onjuist, maar is misschien
voor onze beeldvorming te smal.
Want de synoniemen die de Bijbel direct
meegeeft aan dit woord “nephilim”, zijn:
-
1. deze zijn de geweldigen,
-
2. die van ouds geweest zijn,
-
3. mannen van name.
In de videopresentatie “On stage / backstage”
heb ik hier over gezegd dat deze reuzen niet alleen letterlijk zeer
groot waren, maar dat zij ook overdrachtelijk reusachtig waren. Hun
namen zijn nog steeds te horen in ons dagelijks leven en leven voort
in de vele mythologieën die wereldwijd verspreid en bekend zijn.
In de mythologie lees je over goden, die
halfgoden kregen. De Bijbel leert ons dat engelen hemelse wezen zijn
(Matt.18:10), die de Vader altijd zien. Dat is de plaats die God hen
gegeven heeft, namelijk de onzienlijke wereld, dan wel de hemel.
En in de hemel, in hun woonstede “oiketerion”
(Jud.1:6), daar horen zij te blijven en met hun hemelse lichaam
kunnen zij zich niet voortplanten! Dat is belangrijk om vast te
houden. De engelen kunnen zich alleen voortplanten, reuzen
verwekken, als zij hun hemelse woonstede hebben verlaten.
Terug naar begin
Als onsterfelijkheid sterfelijkheid aandoet.
In Lukas 20 lezen we over een zeer
onfortuinlijke vrouw, die de ene na de andere man verliest en geen
kinderen krijgt. Daar wordt de Here Jezus de vraag gesteld:
“In de opstanding dan, wiens vrouw van dezen
zal zij zijn?” (Luk.20:33)
Luk.20:34 En Jezus, antwoordende, zeide tot
hen: De kinderen dezer eeuw trouwen, en worden ten huwelijk
uitgegeven;
Luk.20:35 Maar die waardig zullen geacht zijn
die eeuw te verwerven en de opstanding uit de doden, zullen noch
trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden;
Luk.20:36 Want zij kunnen niet meer sterven,
want zij zijn den engelen gelijk; en zij zijn kinderen Gods, dewijl
zij kinderen der opstanding zijn.
De Here Jezus zegt hier een paar belangrijke
feiten.
1. De engelen in de hemel
(paralleltekst Mark.12:25) sterven niet.
2. De engelen in de hemel
trouwen niet en worden niet uitgehuwd.
3. De engelen in de hemel
zijn kinderen Gods.
4. De engelen in de hemel
zijn niet kinderen der opstanding. Want ze zijn niet gestorven en
kunnen dus ook niet opstaan uit de dood.
Maar het tegenovergestelde is ook waar. Als
engelen de Vader de rug toe keren en hun hemelse woonstede wél
verlaten, dan zijn zij dus geopenbaard op aarde.
1. De engelen op aarde zijn
sterfelijk.
2. De engelen op aarde
nemen vrouwen die zij willen.
3. De engelen op aarde zijn
nog steeds Zijn kinderen, ondanks hun ontrouw.
4. De engelen op de aarde
zullen wel opstaan uit de dood, maar dan niet om nieuw leven te
ontvangen, maar ontvangen de opstanding der verdoemenis (Joh.5:29),
wanneer zij ook op de Jongste Dag geoordeeld zullen worden.
Daarom is het ook zo dat wanneer de satan uit
de hemel geworpen wordt, hij sterfelijk is geworden en dus zal
sterven en in de hel terecht zal komen. (Jes.14)
Waarom is dit belangrijk om vast te stellen?
Nu, in de dagen van Noach openbaarden er engelen. Maar zij kozen
voor de lust met de vrouwen. En omdat seks, dan wel voortplanting,
gekoppeld is aan sterfelijkheid, konden de engelen niet meer terug
naar de hemel.
Dit is voor mij een nieuw inzicht. Want in
Luk.20 lazen we al even over de opstanding en dat wij de engelen in
de hemel dan gelijkvormig zullen zijn. In 1Kor.15 gaat het ook over
de opstanding (vers 42). En daar lezen we dat sterfelijkheid eerst
onsterfelijkheid moet aandoen om in de hemel te komen. Want vlees en
bloed kunnen de hemel niet beërven (1Kor.15:50-54).
Met andere woorden, de aarde had in Noach’s
dagen een héél groot probleem. Want de geopenbaarde engelen
verwekten reuzen, maar konden niet meer terug naar de hemel. Wat
krijg je dan? Ken je dat verhaal van die twee konijnen, die twee
vrouwtjes zouden zijn? Dat fokt gewoon maar door en zo ging het ook
in de dagen van Noach.
En de mensenvrouwen hadden totaal geen
inbreng! De engelen namen vrouwen die zij verkozen hadden. Dat geld
trouwens ook voor de nabije toekomst zegt de Heer in Matt.24:38.
Het menselijke ras werd gecorrumpeerd,
bezoedeld met het DNA van zondige goden. Dat is niet iets nieuws,
want dat was al aangekondigd aan Adam en Eva in Eden waar zij met de
engelen van God leefden tot aan hun zondeval.
God zei (contextueel althans) dat uit Eva de
Verlosser zou komen die de kop van de slang zou vermorzelen. Bekend
dacht ik. Dat staat in Gen.3:15. God stelde de vijandschap in tussen
de vrouw en de slang en de slang zou de verzenen van Eva’s zaad
vermorzelen. Maar wat bijna niemand goed door heeft, is dat er niet
alleen gesproken wordt over het zaad van Eva, maar ook over het zaad
van de slang!
Gen.3:15 En Ik zal vijandschap zetten tussen
u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad;
datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen
vermorzelen.
Het zaad betreft hier niet letterlijk sperma,
maar slaat op nageslacht. Daar komt nog eens bij dat Eva een vrouw
is en dus helemaal geen zaad heeft. Toch staat er “uw zaad”,
namelijk Eva’s zaad. Waarom? Vers 20 zegt:
“omdat zij een moeder aller levenden is.”
Terug naar begin
Het zaad der slang.
Maar wie of wat is dan het zaad van de slang?
Het is misschien iets te kort door de bocht,
maar het is ongeveer het tegenovergestelde van “alle levenden”, waar
Eva moeder over is. Leest u dat goed? Is Eva uw moeder? Mijn moeder
heet ook geen Eva! En daarbij komt ook nog eens dat ik uit God
geboren ben en Hem als Vader heb.
Eva is moeder aller levenden, omdat door de
seksuele gemeenschap tussen de eerste mens, Adam, en Eva het DNA van
Adam werd doorgegeven. En uit deze lijn kwam de laatste Mens, de
nieuwe Adam. Namelijk Christus Jezus! (naar 1Kor.15:45-47). Zo
bracht Eva “de levende zielen” voort.
Maar dat kunnen engelen ook als zij
geopenbaard zijn, lazen we in Genesis 6. En elke engel die dat
gedaan heeft, heeft de Vader verlaten en satan over zich als de
vader (Joh.8:44). Hoewel in het Nieuwe Testament niet meer sprake is
van engelen die zich openbaren én dat blijven, vinden we juist daar
het zaad van de slang terug. De Heer noemt sommige mensen ook gewoon
zo! Omdat ik niet kan bewijzen dat zij niet “halfgoden” waren en ook
niet dat zij dat wel waren, houd ik het bij de meest logische en de
meest voor de hand liggende verklaring, namelijk het is typologie!
Een slang is een reptiel en legt eieren. Een
slangenei is dus een type van een reus uit Gen.6:4. In het NT vinden
we bijvoorbeeld Farizeën en Sadduceën, die volgens de Heer een type
zijn van de bastaards tussen engelen en mensen.
·
Matt.3:7 Hij dan, ziende velen van de Farizeën en Sadduceën tot zijn
doop komen, sprak tot hen: Gij adderengebroedsels! wie
heeft u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?
·
Matt.12:34 Gij adderengebroedsels! hoe kunt gij goede
dingen spreken, daar gij boos zijt? want uit den overvloed des
harten spreekt de mond.
·
Matt.13:38 En de akker is de wereld; en het goede zaad zijn de
kinderen des Koninkrijks; en het onkruid zijn de kinderen des
bozen;
·
Matt.23:33 Gij slangen, gij adderengebroedsels! hoe
zoudt gij de helse verdoemenis ontvlieden?
·
Luk.3:7 Hij zeide dan tot de scharen, die uitkwamen, om van hem
gedoopt te worden: Gij adderengebroedsels, wie heeft u
aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn?
·
Joh.8:44 Gij zijt uit den vader den duivel,
en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van
den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen
waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij
uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve
leugen.
·
Hand.13:10 O gij kind des duivels, vol van alle
bedrog, en van alle arglistigheid, vijand van alle gerechtigheid,
zult gij niet ophouden te verkeren de rechte wegen des Heeren?
·
1Joh.3:8 Die de zonde doet, is uit den duivel; want de
duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God
geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou.
·
1Joh.3:10 Hierin zijn de kinderen Gods en de kinderen des
duivels openbaar. Een iegelijk, die de rechtvaardigheid niet
doet, die is niet uit God, en die zijn broeder niet liefheeft,
Maar naast Genesis 3 waar het zaad der slang
genoemd wordt, is er nog één Schriftplaats dat over dit zaad
spreekt. En dat is die connectie tussen Noach en Daniël. Want in
Daniël hoofdstuk 2 wordt gesproken over menselijk zaad. En hier
wordt heel vaak een zelfde soort lees- of interpretatiefout gemaakt
zoals dat ook gebeurt met Jud.1:7. Daar lezen we dat de inwoners van
Sodom en Gomorra ander vlees zijn nagegaan en daarmee hebben
gehoereerd. En dan leest of interpreteert men dit als
homoseksualiteit. Maar het betreft anders vlees dan de inwoners van
Sodom en Gomorra, namelijk geopenbaarde zondige engelen, want daar
gaat dat stuk over.
Terug naar begin
Vermenging van menselijk zaad.
Nu naar dat stuk in Daniël.
Dan.2:43 En dat gij gezien hebt ijzer
vermengd met modderig leem, zij zullen zich wel door menselijk zaad
vermengen, maar zij zullen de een aan den ander niet hechten, gelijk
als zich ijzer met leem niet vermengt.
Deze “zij” zal zich vermengen met menselijk
zaad. Als die “zij” mensen zijn, dan slaat deze zin helemaal nergens
op! Het is één van de belangrijkste profetieën in de Bijbel. Ik kan
er niet bij dat God volkomen logische zaken, zoals dat mensen zich
met andere mensen voortplanten, in deze profetie zou stoppen. Want
voor mij persoonlijk zou dat betekenen dat God een prater is, in
plaats van een spreker. Hij zou dan overbodige informatie verkopen
en zo eentje ken ik wel, maar dat is niet mijn Heer!
2Tim.3:16 Al de Schrift is van
God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot
verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is;
Wie of wat zijn dan de die “zij” dat zich met
menselijk zaad vermengd?
Antwoord: Niet-menselijk zaad. Bestaat dat?
Ja! Daar sprak de Bijbel immers al over in Genesis 3! Het zaad van
de slang. Wat gebeurde er in de dagen van Noach? Engelen van satan
vermengden zich met het menselijke zaad. Die engelen konden doordat
ze een van vlees werden met de mensen (1Kor.6:16), niet meer terug
naar de hemel en gingen door met zich vermenigvuldigen, totdat in de
dagen van Noach nog maar weinigen waren die niet in hun DNA iets van
deze engelen had. Ja, zo erg was het!
Gen.6:11 Maar de aarde was verdorven voor
Gods aangezicht; en de aarde was vervuld met wrevel.
Gen.6:12 Toen zag God de aarde, en ziet, zij
was verdorven; want al het vlees had zijn weg
verdorven op de aarde.
Valt het u op dat hier bewust gebruik wordt
gemaakt van het woord “vlees”. Want tussen het menselijk vlees, zit
ook dat “ander vlees” waarmee gehoereerd is. Er staat in elke vers
van Gen.6 wel “mens” of “mensen”. Vanaf vers 8 staat er “Noach”,
maar dat was ook een mens. En hier mis je dat! Waarom? Een hele
goede reden, want van “al het vlees”, is maar een deel mens! Het
andere deel zijn geen mensen maar goden of halfgoden.
Dat verzin ik niet. Want in vers drie hadden
we dit kunnen lezen.
Gen.6:3 Toen zeide de HEERE: Mijn Geest zal
niet in eeuwigheid twisten met den mens, dewijl hij ook vlees
is; doch zijn dagen zullen zijn honderd en twintig jaren.
Hoezo óók vlees? De meest gegeven betekenis
is denk ik, dat de mens zondig is in het vlees. Maar je kunt het ook
gewoon lezen als: “de mens ik ook vlees” net als het “andere vlees”
dat ook op de aarde is en de aarde en al het vlees verdorven heeft.
Verder lezen? -> God der goden. (engelen) Deel 2.
Terug naar begin
Copyright © 2014 Melle Velema - Eindtijd in Beeld [Eindtijdinbeeld.nl]. Alle rechten voorbehouden.
Laatst bijgewerkt: 16 juni 2015.